Het asfalt of de berm
Afgelopen donderdag kom ik, na een bezoek uit Deventer. Het raam aan de bestuurderskant maakt valse lucht en ik zit aan het knopje om het raam weer dicht te doen zodat ik geen valse lucht meer heb, maar... kak... het raam gaat niet omhoog. Ik besluit het zo te laten en dan straks thuis maar kijken.
Als ik de snelweg af ben en een paar drempels verder is mijn raam volledig in de deur gezakt... De motor van de ramen hoor ik wel, maar het raam komt niet omhoog. Ik vermoed dat de kabel ofzo gebroken is. Thuis zet ik de auto onder de overkapping, stel dat het gaat regenen.
Daarna gauw eten en er staat nog een bezoek gepland. Omkleden, want met jurk op scooter lijkt me geen goed idee, dus spijkerbroek en hup op de scooter. Na het bezoek lopen we naar buiten en zeg ik tegen mijn partner: ik weet niet wat er is, maar ik geloof dat mijn eten niet goed gevallen is. Mijn maag voelt niet goed en mijn broek irriteert. Gewoon weer op de scooter en het verzoek om niet zo hard te rijden. Is het zo erg, vraagt mijn partner. Ik zeg dat ik het niet vertrouw. Nog even een stop bij de supermarkt en weer verder. We zijn bijna thuis... hmpf... red ik thuis? Nee, ca. 200 meter voordat we thuis zijn roep ik: stoppen, stoppen, STOPPEN!!! Ik spring de scooter af en daar heb je het al. Kotsen. Ik probeer nog naar de berm te lopen, maar die red ik niet; gewoon kotsen langs de kant van de weg op het asfalt. Kak! We stappen weer op en door naar huis. Daar probeer ik wat te drinken en nog wat te eten in de hoop dat enkel mijn eten niet goed gevallen is.
Naar mate de avond en de nacht vorderen: het is een illusie. Ik twijfel, ik ben natuurlijk misselijk, maar wat is het aan de onderkant? Diaree? Ik neem de gok niet, maar ga met emmer op schoot op het toilet zitten en dan is het de vraag? Welke kant eerst? De boven- of de onderkant. Zo zit ik meerdere malen en als de ochtend gloort... forget it!
Daar lig ik dan. Er wordt een kop thee naast mijn bed gezet, maar die smaakt niet en laat ik staan. Vandaag staat er een wissel in het huisje en nog wat afspraken. Ik heb nog even, maar als ik halverwege de ochtend geen verbetering merk zit er niets anders op dan mijn afspraken af te zeggen, al is het alleen al voor mijn eigen gemoedsrust, daarnaast ontvang ik nog een paar telefoontjes die ik afhandel en doorschuif naar volgende week en nog wat appjes die ik ook laat liggen. Mijn dochter komt voorzichtig om de hoek: Ik ga naar school hoor Mam. Goed, meiske! Ze moet vandaag haar boeken halen. Tot 12.30 uur? vraag ik. Ja, antwoordt ze, dan kom ik naar huis. Zal ik jou dan helpen met het huisje, als ik terug ben? Dat vind ik lief van je, zeg ik. En zo vertrekt ze.
Enige tijd later hoor ik gestommel. Wie kan het zijn? De deur gaat voorzichtig open en mijn meiske komt om het hoekje. Hee, ben je al thuis? Ja, zegt ze. Een blik op mijn telefoon; ow, het is ook al 13.30 uur. Wat doen we met het huisje, Mam? Ik stel voor dat ik nog een uurtje blijf liggen en of ze me over een uurtje wil roepen. Dat doet ze. Om 14.30 uur vraagt ze of ik kom. Zuchtend hijs ik me in mijn joggingbroek en trek een vest over mijn slaapshirt. Fuck it, ik ga me niet helemaal aankleden. Drink een kop thee met honing en trek het beddengoed uit de droger. Dat strijken van het beddengoed kan m'n rug op en gooi het beddengoed op het karretje. Samen met mijn meiske loop ik naar het huisje. Daar haalt mijn meiske het beddengoed af en ik doe de kussenslopen eraf en doe de schone, ongestreken er weer om. Samen doen we de dekbedden in de hoes en de rest doet mijn meiske op mijn aanwijzingen. Ikzelf maak de afvalbakken, de douche en het toilet schoon. Ik ben kapot! In het huisje leg ik een briefje dat wegens ziekte het beddengoed wel schoon en gewassen is, maar het strijken er niet van gekomen is.
Weer terug in huis plof ik op de stoel en lig, hang, zit daar tot ik er zat van ben. Probeer nog wat fruit naar binnen te krijgen en nog wat drinken en dan toch maar naar bed. Ik neem de gok: zonder emmer naast mijn bed. Halverwege de nacht word ik wakker, ik moet plassen en weer terug naar bed. Ik slaap tot ik wakker gemaakt wordt, rond 8.30 uur. Ik doe mijn ogen open, ik voel me een stuk beter dan gisteren, geen energie, maar dat kan ook niet anders nadat ik gisteren alles eruit gegooid heb, maar het valt me allezins mee, tevreden!